Biografie
van Geertjan Lassche

Filmmaker en onderzoeksjournalist Geertjan Lassche (1976) maakt onafhankelijke documentaires voor de Nederlandse Publieke Omroep (NPO). Naast inhoudelijk gelaagde documentaire (NPO2) regisseert hij televisieverhalen voor breed publiek (NPO1) en programma’s speciaal voor jongeren (NPO3). Een aantal van zijn films is vertoond in filmzalen en bioscopen, geselecteerd voor internationale filmfestivals en uitgezonden in het buitenland.

Geertjan Lassche (1976) wint in 2012 zowel de jury- als de publieksprijs van De Tegel. In 2005 krijgt hij de Gouden Tape voor zijn onderzoeksreportages over minister Rita Verdonk en het lekken van asielinformatie naar Congo (Congo-affaire). In 2007 geeft de Poolse president hem de hoge staatsonderscheiding Cross of Merit in Gold voor zijn documentaire God Bless Montgomery over het vergeten aandeel van Poolse parachutisten tijdens de Slag om Arnhem. Als direct gevolg van deze documentaire krijgen Poolse WOII-veteranen koninklijk eerherstel van  door Koningin Beatrix middels de Willemsorde. Zijn documentaire Hemelbestormers (Killer Slope) wordt in 2014 op het IDFA genomineerd voor Best Dutch Documentary. Deze documentaire wint in 2015 de Grand Prix van het Dutch Mountain Festival en de prijs voor Best Cinematograpy op het filmfestival in Cervino (Italië). Maart 2017 wint de door hem bedachte televisie-serie Break Free het Tv-Beeld en beleeft inmiddels een vierde seizoen.

Lassche begint zijn loopbaan in 1996 als verslaggever voor kranten en tijdschriften. Na de studie journalistiek gaat hij werken voor de actualiteitenrubrieken TweeVandaag [nu EenVandaag] en Netwerk. Zijn onderzoeksjournalistiek resulteert in onthullingen over de Molukse acties in de jaren ’70, het verleden van Jorge Zorreguieta, de val van de moslimenclave Srebrenica, de Slag om Arnhem, het asielbeleid en fraude en kinderhandel in de adoptiewereld. In 2004 heeft Lassche voor zijn historische documentaire God Bless Montgomery het laatste journalistieke tv-interview met wijlen ZKH Prins Bernhard. 

Geertjan Lassche heeft veel ervaring met werken in moeilijke omstandigheden (in crisisgebieden) overal ter wereld. Zo heeft hij als journalist verslag gedaan van de Molukkenoorlog (1999-2003), de tsunami in Atjeh (2004) en aardbevingen in Djokjakarta (2006) en Haïti (2010). Lassche filmde meerdere malen op grote hoogte in de Alpen en Himalaya. 

Als in 2008 de documentaire De Boer Die Zou Gaan Emigreren… (The Farmer Who Wanted To Emigrate…) wordt geselecteerd voor de Nederlandse competitie van het Internationaal Documentaire Festival Amsterdam (IDFA) specialiseert Lassche zich in de creatieve auteursdocumentaire. Een journalistiek gegeven blijft uitgangspunt in onderwerpskeuze en uitvoering. In Nooit Meer Laf (2009), -een tweeluik over het gewapende verzet in de Tweede Wereldoorlog-, wordt door Lassche’s onderzoeksjournalistiek na 60 jaar een vermissingszaak opgelost als een lijk van een onschuldig geliquideerde onderduiker wordt opgegraven in een weiland bij Staphorst. Zijn documentaire Mannenbroeders van Kootjebroek (2011) wint in 2012 De Gouden Greep. De documentaire Vreemdelingen en Bijwoners (2011) krijgt in 2012 zowel de jury- als de publieksprijs van De Tegel. Eind 2013 verschijnt Zwart IJs, over het conflict van orthodoxe christenen op de Bible belt met geloof en topsport, God en ego. 

Lassche wil de kijker vooral een proces mee laten beleven. Dat doet hij door met kleine teams te werken, ‘organisch’ te worden met de omgeving en de personages zeer dicht op de huid te volgen en te interviewen. Zo is zijn documentaire Niemand Kent Mij (2011) over de gevallen wielerheld Thomas Dekker tot stand gekomen. En De Uitverkorenen (The Chosen Ones) die in 2012 tijdens het IDFA in premiére gaat, over het rigide selectiesysteem binnen de opleiding van Korps Mariniers. In april 2014 is Lassche voor zijn documentaire Hemelbestormers (Killer Slope) embedded meegegaan met een Nederlandse bergbeklimexpeditie naar de Cho Oyu, met 8201 meter de op 5 na hoogste berg ter wereld. In De Mooiste Marathon (2016), ook een sportdocumentaire, vraagt hij zich af of een uitgerijpt sporthuwelijk tussen coach en topatleet nog wel tot maximale prestaties kan leiden. In april 2017 kijken een miljoen kijkers naar zijn film Brommers Kiek’n, ‘een onnadrukkelijk antropologisch document’ (Groene Amsterdammer), over opgroeien op het platteland. 

In zijn vrije tijd zet Lassche in voor de stichting Sous les Arbres die de streekcultuur van Overijssel verbeeldt. Terugkerend onderwerp is de orthodox christelijke cultuur op het Nederlandse platteland waar Rouveen (gemeente Staphorst), waar Lassche opgroeide, metafoor voor staat. In 1998 maakte hij daar zijn eerste verhaal over met Dorp in het Voorbijgaan, een radiodocumentaire die de tweede prijs won tijdens het RVU-radiofestival.

(foto: Dik Nicolai)